F.J. Bruijel, Tijden en Jaren, Het natuurjaar in de Bijbel, [1948], 149 (Mat 13:31-32) Hierbij dient opgemerkt te worden, dat er sprake is van zaaien "in de akker". Hieruit volgt, dat niet het zaad van de gele mosterd kan bedoeld zijn, want deze plant groeit slechts in het wild, maar het zaad van de Zwarte Mosterd (Brassica nigra), die wel verbouwd werd, speciaal om de olie, die het bevat.